M | D | W | D | V | Z | Z |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | ||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 |
18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 |
Chris Cornelissen – 13 nov. 2012
Het internet is in al haar verschijningsvormen een dagelijkse levensbehoefte van de gemiddelde tiener geworden. Bijna de helft van de jongeren voelt zich onrustig als zij hun mail nog niet hebben gecheckt en een derde komt wel eens te laat of slaapt wel eens te kort doordat zij aan het msnen waren. Voor tieners is het dus belangrijk om connected te zijn. Dit blijkt ook uit het feit dat 90% zijn mobiele telefoon altijd binnen handbereik heeft en dat de mobiel bij twee derde van de jongeren alleen uit staat als de batterij leeg is. Alle vormen van internet en mobiele telefonie zijn een dagelijkse levensbehoefte voor jongeren en spelen een belangrijke rol bij het aangaan, opbouwen, onderhouden en beëindigen van relaties. Bijna de helft van de jongeren geeft aan “liever een dag niet te eten, dan een maand geen internet te mogen gebruiken”. Jongeren communiceren via hun mobiel of laptop…Uit het internationale 2011 Connected World Technology onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Cisco, blijkt dat voor een op de drie studenten en jonge werknemers het internet even belangrijk is als universele menselijke basisbehoeften zoals lucht, water, voedsel en onderdak.
We horen steeds vaker berichten dat jongeren veranderen door hun intensieve internetgebruik. De niet te stoppen digitale informatiestroom verandert de manier waarop ze omgaan met informatie. Onderzoek toont aan dat de huidige generatie jongeren informatie op andere wijze verwerkt dan oudere generaties. Nicholas constateert dat jongeren als het ware over het virtuele landschap stuiteren. Vier van de tien jongeren blijkt bij het surfen nooit naar dezelfde pagina terug te keren. ‘Ze hoppen van site naar site, kijken naar één of twee pagina’s, surfen weer verder, kijken opnieuw naar één of twee pagina’s, gaan weer verder. Niemand lijkt ergens lang te blijven. Deze vluchtige manier van surfen verschilt met die van eerdere generaties. Mensen die zijn opgegroeid vóór het internettijdperk keren wel regelmatig naar dezelfde informatiebron terug.
Internetbezoekers worden aangemoedigd om snel van website naar website te surfen, in plaats van zich te concentreren op één bron. Ze worden constant blootgesteld aan korte termijn-impulsen als hyperlinks, video’s, banners en advertenties. Jongeren zijn hier extra gevoelig voor vanwege onvolledig ontwikkelde hersenen: binnen het puberbrein is de frontaalkwab nog niet volledig ontwikkeld. De frontaalkwab is onder andere verantwoordelijk voor impulsbeheersing, beoordelingsvermogen en probleemoplossing. Jongeren zijn dus minder goed in staat zich te concentreren, korte termijn-impulsen te weerstaan en informatie te beoordelen dan volwassenen. Met als gevolg dat jongeren sneller dan volwassenen over het internet heen en weer schieten.Naast deze natuurlijke ‘tekortkomingen’ van het puberbrein heeft de online omgeving ook voor een verandering in informatieverwerking bij jongeren gezorgd. Het menselijk brein is namelijk plastisch: wat je vaker doet ga je beter doen omdat zich neurale verbindingen vormen. Jongeren zijn door intensief internetgebruik al van jongs af aan gericht op snel wisselen tussen diverse online bronnen. Hierdoor leggen en versterken hun hersenen verbindingen om dit steeds sneller/makkelijker te kunnen. Naarmate ze ouder worden blijven deze hersenverbindingen zich ontwikkelen en worden jongeren steeds vaardiger in het navigeren in een online omgeving. Dit geeft ze qua snelheid een voorsprong op oudere generaties op het gebied van online informatieverwerking. De nieuwe ‘associatieve’ manier van denken van jongeren zorgt er voor dat jongeren sneller kunnen navigeren, maar ook minder goed in staat zijn ‘lineaire’ taken uit te voeren, zoals een boek uitlezen en lange analyses schrijven. Hun hersenen hebben zich aangepast aan de online omgeving, waarbinnen een volledige tekst lezen bijna onmogelijk is.
Binnen de hersenwetenschap bestaat discussie over het belang van de plasticiteit van het menselijk brein. De experts wisselen van mening over hoe plastisch het brein is. Duidelijk is echter wel dat evolutionaire aanpassingen heel traag gaan. Hoe snel de samenleving ook verandert; het menselijk brein verandert door de decennia heen niet mee. De door Nicholas gemeten hersenverandering ten opzichte van oudere generaties moet dan ook wel verklaard kunnen worden vanuit plasticiteit. Het gevonden verschil tussen de huidige generatie jongeren en oudere generaties is bijzonder relevant. Wat is de aard van het verschil en wat zijn de mogelijke gevolgen ervan?
Op internet ligt het tempo van informatievergaring enorm hoog, met als gevolg dat de gebruiker meer afhankelijk wordt van mentale kortsluitingen; er is online simpelweg geen tijd om persoonlijke relevantie te bepalen en een volledige tekst te analyseren en controleren. Omdat jongeren zich aanpassen aan de online omgeving en zo snel mogelijk van bron naar bron willen switchen, verwerken zij de informatie vrijwel volledig aan de hand van mentale kortsluitingen. Ze slaan het bepalen van persoonlijke relevantie over. In combinatie met de eerder genoemde tekortkomingen van het puberbrein verhoogt dit het risico om informatie verkeerd te beoordelen. De toenemende informatiestroom is echter niet te stoppen. Mensen moeten zich daarom ondanks de risico’s aanpassen om de beschikbare informatie te kunnen verwerken. Onder jongeren zien we deze aanpassing nu duidelijker vorm krijgen, met alle gevolgen van dien. Een interessantere gedachte is echter wat er kan gebeuren als we nu al beginnen met het leren en begeleiden van jongeren om online informatie beter op waarde te schatten.
Door het actief op jonge leeftijd aanleren van metacognitieve vaardigheden als analyseren, rationele afwegingen maken en van perspectief wisselen, zullen jongeren eerder het juiste abstractieniveau bereiken en benutten we het maximale potentieel van deze informatie- generatie. Als we hier meer aandacht aan besteden creëren we een generatie die optimaal is uitgerust met wat we de 21st Century Skills noemen. Wij zijn in ieder geval benieuwd wat dit in de toekomst kan opleveren.
M | D | W | D | V | Z | Z |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | ||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 |
18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 |